Mijn huis in Maracay – Een verhaal van een cursist
Mijn huis in Maracay (Venezuela)
‘La Parada’, roep ik hard door de bus. De buschauffeur luistert niet en rijdt onverstoorbaar door. De keiharde Salsa muziek knalt uit de boxen. Zou hij me niet gehoord hebben? ‘La Esquina’, gil ik nog wat harder. Mijn buurvrouw kijkt me wat vreemd aan, ze denkt wat doet die hoogblonde buitenlandse vrouw hier in dit deel van de stad in de lokale bus? De chauffeur geeft eindelijk gehoor aan mijn oproep en hortend en stotend komen we tot stilstaan, mijn buurvrouw botst tegen me aan. Het minibusje heeft geen deuren en van bushaltes hebben ze al helemaal niet gehoord. Ik wurm me door de drukte naar de uitgang en net als ik uit wil stappen rijdt de ongeduldige chauffeur alweer door. Ik laat me nog gauw uit de bus vallen, dat was op het nippertje. Beduusd kijk ik even om me heen. Ik woon hier pas een paar weken. Ik sta drie straten van mijn huis af op het stoffige asfalt. Ik neem even de sfeer in me op, hoe voelt het….? Is het veilig? Ja alles voelt ok en ik draai me om, en loop de drie blokken terug naar mijn straat.
Mijn straat
Er klinkt muziek uit bijna elk huis. Overal zitten mensen op straat, ze kletsen wat, drinken een biertje, kinderen rennen rond, straathonden scharrelen in stille en vergeten hoekjes. Schaduwplekjes zijn dun bezaaid. Bomen op straat kennen ze hier nauwelijks. In het centrum van de stad Maracay waar ik dus sinds een paar weken woon staan wel bomen op de pleinen en langs de straten maar hier in de wijken is het dor en droog. Wie zou ze water moeten geven? Vandaag is het 32 graden maar het voelt wel als 40, het is het regenseizoen en de luchtvochtigheid is hoog. Ik zweet me te pletter en loop continu met een flesje water rond. Ik sla rechtsaf de straat in, op de hoek zit een bakker. Niet dat ik daar vaak kom. Thuis eten we Arepa’s, een soort maiskoeken die we vullen met restjes van de dag ervoor, boter met geraspte kaas of roerei. Het is nog 100 meter naar mijn huis, aan de linkerkant wonen we. Ik loop dwars over de weg, er rijden hier toch bijna geen auto’s. Er zitten grote kuilen in de weg waar het vele regenwater regelmatig onoverkoombare barrières vormt. Gisteren hadden we nog zo’n tropische hoosbui en de felle zon heeft de plassen nog niet helemaal opgedroogd. Uitkijken waar ik loop dus. Ik groet de buren met een simpel Ola, como estas? Soms een praatje, maar mijn gebrekkige Spaans staat een uitgebreide conversatie nog niet toe.
Het huis met de Morrocoy
Ik sta voor mijn huis, nou ja mijn huis…. Het is het huis van El Flaco (de Dunne). Mijn Venezolaanse pappa zoals ik hem liefkozend noem. Een Nederlander die daar 40 jaar gelden neergestreken is als ontwikkelingssamenwerker en getrouwd is met een Venezolaanse. Hij verhuurt een kamer in zijn huis aan studenten die tijdelijk het leven in de tropen willen ervaren.
Stevige tralies voor het kleine raampje links naast de voordeur, rechts gaat de stoep een klein beetje naar beneden zodat zijn oude autootje door de poort naar binnen kan op het mini-erfje. Achter de hoge tralies, de stevige poort en met de Dobermann op het erf is het relatief veilig in deze arme arbeiderswijk van Maracay. In de achtertuin is het een oase van rust, hier groeien orchideeën en vetplanten en wonen onze Morrocoy (de huisschildpadden), die ons groente- en tuinafval opeten. In Nederland houden we kippen, hier houd je schildpadden. Ik kan dus niet altijd zomaar naar buiten. Als de grote Dobermann in de tuin is, ben ik gedoemd binnen te blijven. Ik sta nog steeds voor onze voordeur, als ik naar binnen ga, sta ik bijna meteen in de woonkamer, naast de deur staat het geweer…
Carien Kirkels
Wil je ook deelnemen aan een schrijfcursus of -workshop van Femke Ontmoet en ervaren wat schrijven over je leven met jou doet? Ga dan naar de pagina 'Cursus en workshop' voor meer informatie.
Wil je nog meer verhalen lezen? Ga dan naar de pagina Verhalen lezen.