Femke ontmoet… pelgrim Jan Stoffelen
Stel je eens voor: je gaat helemaal alleen te voet van Vierlingsbeek naar Santiago de Compostela, zo’n 2920 km. Iedere dag wandel je zo’n 25 tot later in de tocht 40 km. Aan het einde van de dag zet je op een camping je tentje op, maak je op een gaspitje iets te eten klaar, was je je kleding, hoopt dat het snel droogt en kruip je rond 21:00u in je bed. ’s Morgens als het licht wordt – zo tussen 5 en 6 uur – sta je weer fris en fruitig op. Je hebt zo’n 1,5 uur nodig om te ontbijten, je te wassen en al je spulletjes weer in te pakken en dan begin je aan de volgende etappe. Een bijzondere en intensieve pelgrimstocht. Jan Stoffelen is een van de pelgrims die in 2015 de tocht voltooide. Velen gingen hem voor. In 813 werd in Spanje in Santiago de graftombe van apostel Jacobus (her)ontdekt. Sinds die tijd reizen vele pelgrims te voet en later ook per fiets naar Santiago. Jaarlijks leggen ook nu nog zo’n 100.000 pelgrims (een deel van) de route af naar de kathedraal van Santiago, waar de beenderen van St. Jacobus in een zilveren kist zijn opgeborgen. Ik ontmoet Jan in zijn huis in Vierlingsbeek, waar hij de documentatie van zijn reis op tafel heeft klaargelegd om zijn verhaal te ondersteunen.
Hoe het begon
Zo’n tien jaar geleden waren Jan en zijn vrouw Wies in Venlo aanwezig bij een lezing van een vrouw die de pelgrimstocht gemaakt had. Zij vertelde over haar ervaringen en liet daarbij prachtige foto’s zien. Vanaf dat moment was het voor Jan duidelijk dat hij ooit ook zelf deze wandeltocht zou willen maken. Jan en Wies hebben samen heel wat wandelkilometers in de benen. Zo liepen ze samen 16 keer de Nijmeegse Vierdaagse. Toch gaf Wies al snel aan dat ze de tocht naar Santiago echt te ver vond. “Deze tocht ga ik niet met je mee. Ik kom je onderweg wel opzoeken” zei ze. Helaas heeft Wies niet meer meegemaakt dat Jan deze bijzondere tocht gemaakt heeft: in mei 2013 is Wies overleden. Het idee voor de pelgrimage bleef in Jan’s gedachten en twee jaar geleden, vlak voordat Jan 65 werd, besloot hij om de tocht te gaan maken. Hij realiseerde zich dat hij nog fit genoeg was om het te doen en dat er zomaar iets zou kunnen gebeuren waardoor hij het niet meer zou kunnen. Toen zijn beste vriend hem de garantie gaf dat hij hem binnen een dag zou komen ophalen als het nodig zou zijn, werd zijn besluit definitief. “Ik wilde voor mezelf ontdekken of ik hetzelfde zou kunnen presteren als pelgrims die vroeger met veel minder middelen de tocht volbrachten. Ik zag het als een sportieve uitdaging en wilde ook ervaren hoe het is om zoveel maanden alleen op pad te zijn.”
De voorbereiding
Jan zorgde voor een gedegen voorbereiding. Hij las veel over de pelgrimage en de ervaringen van anderen. Ook sloot hij zich aan bij het genootschap van Sint Jacob, een vereniging van mensen met belangstelling voor het pelgrimsoord Santiago de Compostela in al zijn aspecten. “Ik heb me van tevoren goed geïnformeerd welke risico’s je loopt en wat je allemaal tegen zou kunnen komen. Daardoor werd ik steeds gesterkt in het idee dat het best te doen moet zijn.” Meerdere mensen uit de regio vertelden hem over hun eigen ervaringen en gaven Jan adviezen waar hij veel aan heeft gehad. Jan volgde een cursus Spaans, schafte de benodigde lichtgewicht outdoor kleding en de overige uitrusting aan en bleef ondertussen regelmatig zijn wandelkilometers maken. Op 26 juli 2015, enkele dagen nadat Jan zijn 20e de Vierdaagse van Nijmegen liep, vertrok Jan met zijn wandelkarretje vol kleding, potten, pannen, tent, slaapmat en een stoeltje op weg naar Santiago. Hij volgde de fietsroute ‘langs oude wegen en pelgrimssteden’, zodat hij met zijn karretje goed vooruit kon.
De ervaringen
Jan droeg meerdere lagen kleding, zodat hij die aan kon passen aan de weersomstandigheden. Onderweg heeft hij te maken gehad met temperaturen variërend van rond het vriespunt tot zo’n 30 graden Celcius. Doordat Jan helemaal alleen op pad was, was hij vrij in zijn handelen en de keuzes die hij maakt en hoefde hij met niemand rekening te houden, daar had hij bewust voor gekozen. “Ik ben graag onder de mensen, maar ben deze tocht bewust alleen gaan maken. Het is me meegevallen om overdag alleen te wandelen. ’s Avonds op de camping had ik altijd wel even aanspraak met iemand. Mensen willen toch graag weten wat je aan het doen bent en waar je naartoe gaat.” Echt eenzaam heeft Jan zich onderweg niet gevoeld, daar zorgde hij zelf ook wel voor: “als ik iemand tegen kwam die in de tuin aan het werk was, dan stopte ik even om te vragen wat hij aan het doen was of wat hij verbouwde. Er was altijd wel iets onderweg te zien wat mijn interesse had”. Op momenten dat Jan alleen aan het wandelen was heeft hij ook tijd gehad om na te denken over zichzelf en heeft hij zichzelf ook wel de vraag gesteld wat hij nog wil in zijn leven. Op het gebied van hobby’s en ook of hij nog ooit aan een nieuwe relatie zou willen beginnen. “Maar overdag passeren er ook veel praktische gedachten de revue hoor” zegt hij lachend. “Zoals de vraag of er in het volgende dorp wel een winkel zou zijn om eten voor de avond te kopen.” De tocht heeft Jan ook geleerd om los te laten. Onderweg liepen dingen regelmatig anders dan Jan vooraf verwacht had. Zo klopte het boekje met de beschrijving van de route ook niet altijd. Meerdere keren dacht Jan ergens een camping aan te treffen en dan bleek deze toch nog 8 km verderop te zijn. Met een gemiddeld wandeltempo van 5 km/uur moet je dan toch aan het eind van de dag nog zo’n 1,5 uur door. “Als ik dat bij het plannen van de dag geweten had, had ik wellicht ervoor gekozen om al een camping eerder te overnachten. Maar op dat moment is het niet anders en loop je die extra 8 km ook nog.” Ver van de hectiek van het dagelijks leven in Nederland heeft Jan door los te laten veel ruimte ervaren. Daar heeft hij erg van genoten. Voor Jan was het zwaarste stuk van de route de steile heuvels in de Ardennen. “Ik moest toen echt wennen aan het hoogteverschil, maar dat was wel een goede training voor de nog steilere stukken in de Pyreneeën waar ik later tijdens de tocht uiteindelijk minder moeite mee had” zegt Jan. De reis kende dieptepunten – Jan verloor onderweg zijn fototoestel – maar ook hele mooie momenten. Zoals die dag dat hij in een dorp geen camping vond en zich bij de burgemeester meldde. Die zag totaal geen probleem en nodigde Jan uit zijn tentje bij hem in de tuin op te zetten en voor het eten bij hen aan te sluiten. “Heel bijzonder hoeveel gastvrijheid je dan tegenkomt.” De mooiste stukken van de route vond Jan de bossen in midden Frankrijk en de hoogvlakte in Spanje. “Daar is zoveel moois te zien in de natuur en het landschap. Dat was echt een verademing na de saaie graanvlakten in Noord Frankrijk.”
Gezelschap
In totaal is Jan 93 dagen onderweg geweest, waarvan hij er 90 heeft gewandeld. Op meerdere momenten hebben vrienden en familie hem opgezocht onderweg en brachten ze dan samen de avond door. Samen met zijn familieleden Fons en Marian heeft Jan een (rust)dag in Rocamadour doorgebracht. Doordat Jan de fietsroute wandelde, kwam hij relatief minder andere pelgrims te voet tegen en meer pelgrims die de tocht per fiets aflegden. Enkele keren wandelde hij een halve dag samen met een andere pelgrim. Als ik Jan vraag naar het mooiste moment van zijn tocht antwoordt hij meteen: “de dag dat ik in Portomarin (Spanje) drie zwagers en mijn twee zonen op bezoek kreeg.” Hij was toen in het laatste stuk van zijn tocht. “Dat was heel bijzonder, om op dat moment daar zo bij elkaar te zijn” vertelt Jan me. “Natuurlijk hadden we dagelijks contact via ‘de app’, maar het is toch heel fijn om ze allemaal weer echt te zien.”
Overnachten, stempels en het weer
In Nederland, België en Frankrijk heeft Jan voornamelijk op campings overnacht en zelf voor zijn maaltijd gezorgd. Die maakte hij klaar op een enkel gasspitje en bestond vaak uit pasta of soep met brood. Maar ook magnetronmaaltijden en eten uit blik bleken prima op te warmen in een pannetje. In Spanje overnachtte Jan dagelijks in Refugio’s, een ‘toevluchtsoord’ voor pelgrims, waar hij veel andere pelgrims trof. “Op het stuk route dat door Spanje loopt is het veel drukker met pelgrims” vertelt Jan, “daar lopen ze op de wandelroute soms in lange rijen achter elkaar aan en vertrekken ze ’s morgens steeds vroeger om ervoor te zorgen dat ze ’s avonds nog een slaapplaats hebben in een Refugio”. Het Spaanse stuk van de route moet je afleggen om je diploma te krijgen. Als je onderweg stempels verzamelt op een stempelkaart, kun je aantonen dat je de route ook daadwerkelijk hebt afgelegd en kun je bij de herbergen laten zien dat je als pelgrim onderweg bent. Jan heeft op zijn route zo’n 73 stempels verzameld, onder andere bij kerken en gemeenten. De stempelkaarten zijn een mooi aandenken aan de reis en ze zien er – in tegenstelling tot de routeboekjes – nog heel netjes uit. Met name bij het eerste routeboekje kun je goed zien dat het gebruikt is. Met name op de acht dagen dat Jan onderweg regen heeft gehad heeft dat boekje veel geleden. De regenachtige dagen zijn ook de dagen die Jan het meeste zijn tegengevallen. Op die dagen is het een hele kunst om zo droog mogelijk al je spullen op te zetten en af te breken. En kleding drogen schiet dan natuurlijk helemaal niet op. “Dan hoopte ik maar dat de volgende dag droog zou zijn, zodat alles weer kon drogen”.
Nog plannen?
Op 26 oktober bereikte Jan Santiago. Inmiddels is hij al weer een paar maanden thuis en toont hij me trots zijn diploma (Compostela) en wandelstaf met Jacobsschelp en kalebas, als herinnering aan het voltooien van de pelgrimage. Op dit moment heeft Jan geen concrete plannen voor een andere pelgrimage. Wel zou hij graag nog een keer een maand in Engeland gaan wandelen, maar ook die plannen zijn nog niet concreet. En misschien loopt hij het laatste stuk van de route naar Santiago nog wel een keer opnieuw. “Maar dan met rugzak op de wandelroute, samen met al die andere pelgrims, dat lijkt me ook een bijzondere ervaring.”
Tot slot een tip van Jan voor ieder die zelf plannen heeft om ook op pelgrimstocht te gaan: “Zorg dat je je goed voorbereid en als het lukt om op 25 juli in Santiago te zijn, dan is dat extra mooi. Dan is het Sint Jacobsfeest en zwaait het grote wierookvat in de kathedraal”.