Femke ontmoet... Florian d'Ancona
Ik kom er regelmatig langs rijden, het Thomashuis in Boxmeer, maar ben er nog nooit binnen geweest. Vandaag ga ik er Florian d’Ancona ontmoeten, een verstandelijk beperkte jongen waar ik een stuk mee ga wandelen. Ik ben benieuwd hoe Florian in het leven staat en wat hem bezighoudt. Als ik aanbel, doet Florian al snel open. Een lachend gezicht kijkt me enthousiast en verwachtingsvol aan. Nadat we ons aan elkaar hebben voorgesteld vraagt Florian of hij me even rond zal leiden in zijn huis. Daar zeg ik natuurlijk geen nee tegen.
Het Thomashuis Boxmeer
Het Thomashuis in Boxmeer is een monumentaal pand. Het is een huis, waar mensen met een verstandelijke beperking in een veilige en huiselijke omgeving kunnen wonen. Via een grote, hoge gang, kom ik in de ruime en heerlijk lichte woon- en eetkamer, met open keuken. Florian vertelt me dat hij daar samen met acht andere bewoners woont en dat ze altijd samen met zijn allen aan de lange eettafel eten. In de keuken hangt een bord, waarop met pictogrammen en foto’s te zien is wie er vandaag welke taak heeft. Zo biedt het Thomashuis vaste routines en leert de bewoners eigen verantwoordelijkheid te dragen binnen een veilige omgeving. “Op maandag kook ik altijd” zegt Florian. Vandaag is hij aan de beurt om de tafel af te ruimen. Op mijn vraag wat hij het lekkerste vindt om klaar te maken antwoordt hij trots: “Croissantschotel à la d’Ancona. Dat is een recept van mijn moeder, met prei en gehakt en zo. Dat vind ik het lekkerste.”
Florian laat me ook zijn kamer zien, waar hij zich heerlijk terug kan trekken. Wederom veel licht en ruimte voor onder andere een bed, een grote kledingkast, een lekkere luie bank en een TV. Aan de muur enkele schappen waarop spullen van Ajax staan, maar ook diverse foto’s van familie, school, hockey, tennis, Florian met zijn beste vriend Juul en boven zijn bed een foto van zijn vriendin Petra. Ook hier een lijst van de taken die Florian moet doen om zijn kamer bij te houden en daarbij een uitleg van de manier waarop. “Ik poets iedere week zelf mijn kamer,” vertelt Florian me “maar soms heb ik wel hulp van de begeleiding nodig. Bijvoorbeeld als ik bij het stofzuigen de bank wil optillen of verzetten.” Hij heeft niet altijd zin om zijn kamer te poetsen en soms moet hij er ook aan herinnerd worden. “Maar het hoort erbij, dus dan doe ik het” zegt hij plichtsgetrouw.
Wie is Florian?
Florian is 22 jaar geleden in Leiderdorp geboren. Een aantal jaren terug is hij in Gennep komen wonen, daar ging hij naar de Mikado-school. Zijn ouders en zijn zus wonen nog in Gennep. Hij is regelmatig in het weekend bij hen thuis. Sinds het begin van het Thomashuis Boxmeer (mei 2013) is Florian een van de bewoners. Florian kan heel veel zelf en geeft aan soms wat hulp nodig te hebben. “Kleren uitzoeken enzo, dat kan ik heel goed zelf, maar scheren en bijvoorbeeld gel in mijn haar doen, dat is wat moeilijker. Ik doe het wel altijd zelf, maar daarna vraag ik de begeleiding om nog even na te scheren of te helpen met de gel, want dat vind ik toch wat lastiger” bekent Florian. Hij voegt nog wel snel toe “maar dat mag! Ik mag hulp vragen aan de begeleiding, want daar zijn ze voor, dat is hun werk. En dat is beter dan dat het fout gaat.”
Naast mij wandelt een opgewekte, positieve jongeman, die het graag anderen naar de zin maakt. Hij probeert de wereld om hem heen te begrijpen en onthoudt de uitleg die hij daarover van zijn ouders of begeleiders krijgt heel goed, zodat hij dat ook kan uitleggen aan anderen als dat nodig is. De structuur van de dagelijkse en wekelijkse dingen geeft hem veel houvast. Hij kan me ook heel goed vertellen hoe zijn week eruit ziet. Vragen naar hoe lang hij al iets doet, of hoe lang iets geleden is zijn voor hem lastiger te beantwoorden. Als ik Florian vraag of hij ook alleen ergens zou kunnen wonen zegt hij lachend: “Nee, dat denk ik niet. Ik vind met meerdere bewoners veel gezelliger en alleen dat lijkt me niet echt veilig.” Hij voelt zich helemaal op zijn plek in het Thomashuis. Hij is vrienden met alle bewoners en als ik hem moet geloven maken ze nooit ruzie. “Zeker bij Juul en bij mij gebeurt dat bijna nooit. Het kan ooit weleens gebeuren dat iemand iets doet wat niet mag, maar daar hoeven wij ons niet zo druk over te maken, want dat regelt de leiding dan. Dan leert diegene meteen wat er fout is.”
“Soms willen we allemaal iets anders zien op televisie. Dat vind ik wel soms moeilijk. Maar dan overleggen we samen en komen we er wel uit.” Als ik doorvraag of er dan ook weleens het programma uit komt dat Florian wil zien, zegt hij: “Nee, meestal het programma dat die ander wil kijken.” Het kenmerkt Florian dat hij daar dan wel overheen kan stappen: “Maar dat is niet erg, want dan kan ik dat altijd nog een andere keer kijken.”
Hobby’s
In zijn vrije tijd zit Florian allesbehalve stil. Hij is lid van de hockeyclub in Boxmeer, van een tennisclubje in Gennep, gaat regelmatig in Uden skiën en langlaufen, knutselt graag en maakt graag een wandeling. Florian geniet ervan om bezig te zijn en vertelt enthousiast over al zijn hobby’s. Bij hockey vindt hij verdedigen het leukst. “Lekker de ballen tegen houden en eruit houden. Ik stuur dan meestal iemand anders mee naar voren. Want als ik niet achter sta, kan de tegenstander er zo doorheen” vertelt hij zelfverzekerd. Op zaterdag zijn de hockeywedstrijden, waar Florian met plezier naartoe gaat. Als hij een uurtje over heeft, speelt Florian op zijn keyboard, speelt een spelletje, luistert naar Q-music of gaat de tuin in om daarin te werken.
Florian kijkt op televisie graag sport, de Voice of Holland en het journaal. Het wereldnieuws komt zo ook het Thomashuis binnen. Ik vraag hem wat hij vindt van het nieuws. “Sommige dingen zijn minder leuk en sommige dingen zijn niet leuk.” Een nieuwsonderwerp dat veel indruk op Florian heeft gemaakt zijn de aanslagen in Parijs: “Toen het over Parijs was, dat is niet leuk. Ik hoop dat dat nooit in Nederland gaat gebeuren.”
Vast ritme
Op doordeweekse dagen staat Florian om 7:45u op. Hij wast en scheert zich, kleedt zich aan en gaat naar beneden voor het ontbijt. Rond 8:45u vertrekt hij richting zijn werk. In de avonden is er tijd voor sport en ontspanning en rond 22:00u duikt Florian zijn bed weer in. “Op vrijdag is het soms wel wat later,” geeft Florian toe “maar dan is het ook weekend.” Na zes dagen hard werken en sporten, kan Florian op zondag genieten van lekker uitslapen. “Dan lig ik soms wel tot tien of elf uur in bed.”
Een tekening die Florian maakte bij 't Molenveld
Emoties
“Verdrietig ben ik eigenlijk nooit” en na enige stilte: “wel soms teleurgesteld. Dan lukt er iets niet. Dan vraag ik iemand om te helpen en dan gaat het meestal toch goed.” Als Florian zich even niet zo fijn voelt, gaat hij graag wandelen. “De begeleiding vraagt dat dan meestal ook aan mij. Of we even samen zullen gaan wandelen. Dat vind ik dan fijn.”
Florian wordt blij van dingen doen, lekker bezig zijn. Hij moet ook vaak lachen, vertelt hij me, maar vindt het moeilijk om me een voorbeeld te geven waarover hij dan moet lachen. “Ik kan over heel veel dingen lachen, behalve over ongelukken, want dat is nooit leuk.” Op mijn vraag waar Florian heel gelukkig van wordt zegt hij zonder aarzelen en met stralende ogen: “Van mensen blij maken met eten! Bij Brownies en Downies doe ik altijd de lunch weggeven en dan vraag ik: ‘heeft het u gesmaakt?’ Dan zeggen ze: ‘perfect, wel iets te veel’ en dan zeg ik: ‘we hebben ook nog brownies en appeltaart.’ Dat is leuk!”
Beste vrienden
Met zijn beste vriend Juul, die ook in het Thomashuis woont, doet hij veel samen: samen voetbal kijken, samen spelletjes doen, samen wandelen, kletsen over hun werk bij Brownies en Downies. Als Florian over zijn vriendin Petra vertelt, beginnen zijn oogjes te glimmen. “Ze is heel lief en heel aardig. We kunnen samen fijn praten en knuffelen.” Ze hebben elkaar ontmoet bij de disco in Heijen. “Daar heb ik haar verkering gevraagd. En ze vond mij ook heel leuk.” Nu zien ze elkaar soms in het weekend en ook met kerstmis. “Ik ga soms naar haar of zij komt naar mij.”
Werken bij ’t Molenveld
Op maandag en dinsdag werkt Florian op de zorgboerderij ’t Molenveld in Groeningen. “Daar werk ik met dieren. Kippen, geiten en schapen en het paard Roos buiten zetten. En de varkens Spek en Lapje.” Na de start met koffie en thee helpt Florian met voeren en verzorgen van de dieren. Op dinsdagmiddag wordt er ook regelmatig in groepjes gekookt of gebakken. “We zijn nu ook met Irene aan het werk voor de Winterfair op zondag 11 december. Daar maken we mooie creatieve dingen voor om te verkopen.” Als Florian mag kiezen welk werk hij mag doen bij ’t Molenveld, dan kiest hij op dinsdag voor het schoonmaken van het geitenhok en op maandag helpt hij graag René met klusjes. “Hij doet altijd klusjes met ons en hij vindt het altijd leuk om met ons dingetjes te maken, zoals bijvoorbeeld het deurtje van de geitenstal.”
Als ik de week na onze ontmoeting bij ’t Molenveld ben om nog wat ‘actiefoto’s’ van Florian te maken zie ik daar een warme en veilige omgeving, met veel structuur en herhaling. Een plek waar mensen zichzelf kunnen en mogen zijn. Waar ruimte is voor humor. Een plek waar Florian heerlijk buiten kan werken en overzichtelijke taken kan uitvoeren en waar hij onder andere leert om samen met anderen zorg te dragen voor dieren. Vol trots vertelt hij me over de grappige eigenaardigheden van de dieren en legt hij me bij iedere taak uit wat hij aan het doen is en wat daarbij belangrijk is. Hij laat zich niet weerhouden door zijn motoriek die hem soms beperkt.
Werken bij Brownies en Downies
Twee tot drie dagen per week werkt Florian in de bediening bij Brownies en Downies. “Omdat ik in het Thomashuis woonde ben ik ook bij Brownies en Downies gaan werken. Want dat was veel dichterbij. Het is maar vijf minuutjes lopen en dat kan ik zelf alleen. Alleen voor het verkeer wel goed opletten, goed jezelf in de gaten houden” legt Florian me uit. Hij is heel enthousiast over zijn werk daar: “Ik ben heel goed in de horeca! Ik verkoop allemaal broodjes, carpaccio en salades en alles aan de mensen. En dat vinden ze heel leuk.” Naast bedienen moet Florian bij toerbeurt ook bij de afwas helpen. Zijn voorkeur gaat echter sterk uit naar de bediening: “Daar ben ik ook het goedste in!” zegt Florian trots en stralend.
“Bij de kassa kijkt er altijd iemand mee, want als het fout gaat dan klopt het geld dadelijk niet meer. En het mag NIET fout gaan.” Dat laatste zegt Florian met heel veel nadruk. Misschien vindt hij fouten maken toch vervelender dan hij mij doet geloven. Gelukkig is het met geld teruggeven bij Florian nog nooit fout gegaan: “Gelukkig niet. Je moet gewoon goed kijken wat je terug moet geven, dat is heel belangrijk.”
Wat zou je heel graag willen kunnen?
Florian vertelt dat hij heel veel dingen goed kan. Wat hij nog heel graag zou willen leren of kunnen is zelfstandig fietsen. “Ik kan wel fietsen, maar zelfstandig fietsen is te gevaarlijk.” Dat zou hij heel graag willen, maar hij geeft tegelijkertijd aan dat hij niet verwacht dat dat ooit gaat lukken.
De toekomst
“Ik wil later heel graag tuinman worden…” zegt Florian vol overtuiging. Hij wil dan vooral zijn eigen tuin kunnen doen. Om daar alvast mee te oefenen, helpt hij bij het Thomashuis regelmatig in de tuin.